Ik verbaas me. Ik lees het verhaal van een evangelist in het Nederlands Dagblad. Een populaire gast in charismatisch christelijk Nederland.
Ik ken hem van naam. Verder niet.
Op het podium een gelukkig man. Een man die God dient en vurig Jezus predikt. Voor massa’s mensen in Nederland en Afrika.
Jarenlang kon dat bestaan naast een leven met depressies en neurodivergente strubbelingen. Perfectionist. Controlfreak. Eén brok onrust. Maar dat buiten het podium. In de schaduw. En daar is hij klaar mee.
Hallelujah.
Waar Jezus en zijn onderwijs volgen voor mij inherent is aan persoonlijke groei* – het één gaat niet zónder het ander – is dat in de christelijke wereld toch niet zo vanzelfsprekend.
Ik verbaas mij er keer op keer over. Het raakt me ook
Hoe dan? Denk ik.
Hoe kan het dat we twee versies van onszelf kunnen zijn: de schone-schijn christen en de verborgen-gebroken mens? Terwijl geen van beide recht doet aan het beeld van God dat we mogen worden. En dat we ten diepste al zijn.
Hoe kan het dat Jezus’ goede nieuws zo weinig heling en hervorming brengt?
Geloven we dan slechts iets mentaal en kunnen we dat niet belichamen?
Of geloven we een vervormde boodschap? Leggen we de klemtoon verkeerd?
Wat zit er in de weg of ontbreekt er?
Waarom transformeert het ons hart, onze psyche, niet? En zeggen we enkel ‘Amen!’ op dat wat we horen. Om vervolgens heel hard ons best te gaan doen het goede te doen. Totdat we erop stuk lopen.
Waarom gaan we aan delen van onszelf voorbij? Waarom laten we die het licht niet zien?
Ja, ik heb er wel ideeën over. Gedachten. Het is te duiden als natuurlijk menselijk gedrag. Genoeg theorie en praktijkervaring daartoe in de binnenzak. Het is mijn vak. Ik begrijp het wel.
Maar toch.
Toch kan ik niet over de paradox uit: de clou van Jezus’ boodschap kan ons juist bóven dat natuurlijke gedrag uittillen. Veranderde mensen. Van binnenuit. Niet vooral van buitenaf.
Transformatie, hip gezegd. Dát is volgens mij het goede nieuws
‘Hoe goed is het leven voor de krachtelozen, de treurenden, de zachtmoedigen, de klokkenluiders, de vrijgevigen, de eerlijken, de vredestichters en degenen die hierop afgerekend worden, want voor hen is het koninkrijk van God.’
Hele bekende woorden van Jezus. Te lezen in het Bijbelse boek van Mattheüs. Hoofdstuk 5.
Het koninkrijk van God is daar waar je je kwetsbaarheden toont, niet je glanzende passie voor Jezus.
Het koninkrijk is daar waar je eerlijk bent over je moeiten. Zodat een ander ook eerlijk kan zijn of je tegemoet kan komen.
Het koninkrijk is daar waar je jezelf en je diepste drijfveren durft aan te kijken. Ze onderzoekt of ze geworteld zijn in het grootste gebod: Heb lief. Volwaardig lief. Jezelf, de ander én daarmee God.
Het koninkrijk van God is daar waar het leven in jou en de ander geen oordeel meer tegenkomt. Maar compassie. Liefde. Want die nabijheid heelt en hervormt.
Dat, lijkt mij, leidt naar het goede leven, waar Jezus het over heeft
Jezus’ boodschap is geen quick fix. Het draait niet om een ticket naar de hemel.
Het gaat over een weg van herstel en ontplooiing. Tot een unieke expressie van God.
Daar plukken we allemaal de vruchten van: Geduld. Vriendelijkheid. Vreugde. Relaxtedheid. Goedheid. Zelfbeheersing.
Laten we als christen onze blik niet enkel-op-Jezus werpen. Maar juist ook naar binnen.
Wie ben ik en mag ik ten diepste zijn? Als beelddrager van een uniek stukje van God.
En die evangelist in de krant?
Hij maakt geen geheim meer van zijn zoektocht naar zichzelf. Mentale issues zijn bespreekbaar óp het podium. Volgens zijn vrienden en medewerkers is hij nu geduldiger. Relaxter. En eerlijker dan ooit.
Ik hoop dat massa’s mensen zijn voorbeeld zullen volgen.
NB.
*In de container van persoonlijke groei zit voor mij het hele pakket aan sociale, morele, emotionele en mentale ontwikkeling
Geen christen? Vervang het woord God dan maar even door Liefde. Of Bron van leven.
Het artikel dat me inspireerde, vind je hier.